Beslissing voor Le Logement Molenbeekois

Tekst

BRUSSEL, 25 januari 2019 - De Raad van Bestuur van de BGHM kwam afgelopen donderdagavond in bijzondere vergadering bijeen om de situatie van OVM Le Logement Molenbeekois te bespreken op basis van het door Ernst & Young opgestelde auditverslag.

Eerst en vooral wenst de BGHM te herinneren aan de historiek die tot deze audit aanleiding gaf:

  • 2017 - 2018 : Verslagen van de sociaal afgevaardigde waarin de problemen inzake de huurlasten en de klachten van de huurders worden aangekaart;
     
  • Sinds mei 2018 : informele en formele klachten over de berekeningen van de huurlasten, parlementaire vragen, contacten tussen de BGHM en de OVM die onder andere leidden tot de invoering van een operationele audit over het personeelsbeheer van de OVM;
     
  • Op 30 mei 2018 richt de BGHM een door de sociaal afgevaardigde aangestuurde multidisciplinaire werkgroep op om een stand van zaken op te maken zodat een diagnose kan worden gemaakt van de onregelmatigheidsrisico’s;
     
  • Bij brief van 13 juni 2018 laat de sociaal afgevaardigde de OVM weten dat de goedkeuring van de jaarrekening 2017 door de Raad van Bestuur van 11 juni 2018 indruist tegen artikel 22 van de statuten van de maatschappij waarin het volgende wordt bepaald "de Raad van Bestuur maakt jaarlijks de inventaris op en stelt de op 31 december afgesloten jaarrekening op. De jaarrekening omvat de balans, de resultaatrekening en de bijlage". Bijgevolg werd de OVM verzocht om alle nuttige maatregelen te nemen alvorens de Gewone Algemene Vergadering plaatsvindt.
     
  • Op 26 juni 2018 stemmen de vertegenwoordigers van de BGHM, voor rekening van het Gewest, niet in met de jaarrekening 2017 tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, en dit ondanks een verslag zonder voorbehoud van de Commissaris-revisor; 
     
  • 19 juli 2018: de Algemene directie van de BGHM heeft een vergadering met de burgemeester van Molenbeek, de voorzitter en de directeur-zaakvoerder van de maatschappij: een strikte planning over de afrekeningen van de huurlasten, de vorderingsstaat van de investeringsprogramma’s, de eis om bekwaam personeel in dienst te nemen en het vastleggen van doelstellingen op korte termijn om de werking van de maatschappij te moderniseren;
     
  • Oktober 2018: de BGHM stelt vertragingen vast in verband met wat er in juli werd afgesproken en ontvangt anonieme brieven. De BGHM belegt hierover op 3 oktober 2018 een vergadering met de vertegenwoordigers van Le Logement Molenbeekois (de directeur-zaakvoerder, de voorzitter en de ondervoorzitter van Le Logement Molenbeekois); 
     
  • Op 19 november 2018 vindt de interne groep van de BGHM dat er een audit moet worden gevraagd om ter plaatse een grondige controle uit te voeren en te antwoorden op een groot aantal hangende vragen. Na afloop van de opdrachtprocedure wordt consultant Ernst & Young aangesteld, die de opdracht krijgt ondersteuning te verlenen aan de sociaal afgevaardigde en aan de interne werkgroep bij de BGHM;
     
  • Begin januari 2019: Het tussentijdse auditverslag is klaar. Bepaalde grote risico’s die de tussentijdse audit aan het licht had gebracht, worden door de consultant hoog of zelfs extreem bevonden;
     
  • Op 11 januari 2019 nodigt de BGHM de vertegenwoordigers van de OVM uit voor de voorstelling van de analyse van de grote risico’s die de audit aan het licht had gebracht.
     
  • Ingevolge de opmerkingen die Le Logement Molenbeekois op 11 januari 2019 formuleerde, dient Ernst & Young op 18 januari 2019 het tussentijdse auditverslag in.
     
  • Op 21 januari 2019 wordt dit tussentijdse verslag besproken binnen het Directiecomité van de BGHM.
     
  • Op basis van het tussentijdse verslag en de erin vervatte informatie, met name wat de naleving van de wet op de overheidsopdrachten betreft, werd op 21 januari 2019 beslist om de feiten meteen ter kennis te brengen van de Procureur des Konings, met verklaring van benadeelde persoon in hoofde van de BGHM.
     
  • Op 23 januari 2019 bezorgt Le Logement Molenbeekois haar opmerkingen aan de auditeur met het oog op de opstelling van het eindverslag dat officieel op donderdag 24 januari 2019 werd neergelegd.


Na de analyse van het eindverslag van E&Y diende de Raad van Bestuur van de BGHM op donderdag 24 januari 2019 in buitengewone vergadering bijeen dwangmaatregelen te nemen overeenkomstig de Brusselse Huisvestingscode waarvan de artikelen 78 en 79 het volgende bepalen:

Artikel 78. § 1. – Als de BGHM vaststelt dat een OVM niet handelt volgens haar statutaire doelstellingen of dat ze verplichtingen die haar worden opgelegd door deze Code of de uitvoeringsbesluiten hiervan, alsook het Wetboek van vennootschappen niet naleeft, dan gelast zij de betrokken OVM bij met redenen omklede beslissing de toestand te regulariseren binnen een door de BGHM vastgestelde termijn.

Deze termijn gaat in vanaf de kennisgeving van de beslissing. 

§ 2. – Als de OVM na het verstrijken van deze termijn de opgelegde regularisering niet heeft doorgevoerd, dan zal de BGHM naargelang de ernst en de aard van de inbreuk :

1° ofwel aan de Regering voorstellen een bijzondere commissaris aan te stellen;
2° ofwel aan de Regering voorstellen de betrokken OVM of bepaalde diensten van ambtswege te laten fuseren of overnemen;
3° ofwel de uitoefening van de bevoegdheden van de organen bij de betrokken OVM opschorten en zich in hun plaats stellen tijdens de periode vereist door de regularisering, uitgezonderd het recht van de OVM om in beroep te gaan overeenkomstig § 3.
 

§ 3. – De betrokken OVM beschikt na de bekendmaking van de beslissing van de BGHM over vijftien dagen om bij de Regering beroep aan te tekenen tegen de beslissingen die werden getroffen overeenkomstig § 2, 3°, van dit artikel. Het beroep is niet opschortend.

De Regering neemt een beslissing binnen dertig dagen na het opstarten van de beroepsprocedure. Bij stilzwijgen na het verstrijken van deze termijn, wordt de beslissing van de BGHM als bevestigd beschouwd.  

Artikel 79. De Regering bepaalt de benoemingsregels voor de bijzondere commissaris, zijn bevoegdheden en zijn machten.

De bijzondere commissaris is verplicht een algemene of specifieke schriftelijke volmacht te verlenen voor alle handelingen en beslissingen van alle organen van de OVM en voor alle handelingen en beslissingen van de aangestelden die het recht hebben beslissingen te treffen die de OVM binden. De BGHM kan evenwel het aantal verrichtingen beperken waarvoor een volmacht vereist is.

De bijzondere commissaris kan elk voorstel dat hij gepast acht ter beraadslaging voorleggen aan alle organen van de OVM. De bezoldiging van de bijzondere commissaris wordt vastgesteld door de Regering en gedragen door de OVM”. 


Gezien de ernstige inbreuken die bij Le Logement Molenbeekois zijn vastgesteld en de reeds door de BGHM gezette stappen, besliste de Raad van Bestuur tijdens zijn buitengewone vergadering van donderdag 24 januari 2019 bijgevolg het volgende:

  1. Overeenkomstig artikel 78 van de Brusselse Huisvestingscode Le Logement Molenbeekois bevelen de situatie binnen een termijn van 15 dagen na de officiële ingebrekestelling te regulariseren rekening houdend met de in het auditverslag van E&Y vermelde aanbevelingen;
     
  2. De bestuurders van Le Logement Molenbeekois met klem wijzen op hun aansprakelijkheden (waaronder strafrechtelijke aansprakelijkheid) als bestuurders en op de noodzaak dat zij alle maatregelen nemen om de situatie te regulariseren;
     
  3. De Gemeente als hoofaandeelhouder van Le Logement Molenbeekois verzoeken om onmiddellijk en onverwijld alle nodige stappen te vervroegen voor de hernieuwing van de Raad van Bestuur van Le Logement Molenbeekois ingevolge de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018;
     
  4. Op basis van artikel 63 van de Brusselse Huisvestingscode een bijkomende opdracht toevertrouwen aan de sociaal afgevaardigde bestaande uit de opvolging en de reporting aan de BGHM van de reacties en de vooruitgang van de door de OVM genomen maatregelen in het kader van de door de BGHM bevolen regularisatie;
     
  5. Als Le Logement Molenbeekois de situatie niet heeft geregulariseerd binnen de door de BGHM bepaalde termijn, zal de Raad van Bestuur van de BGHM één van de door artikel 78 van de Brusselse Huisvestingscode bepaalde sancties toepassen, naargelang de aard en de ernst van de inbreuk: ofwel de Regering voorstellen om een Bijzondere commissaris aan te stellen, ofwel de beheersorganen van de OVM opschorten met een indeplaatsstelling door de BGHM.

Céline Fremault, Brusselse Minister voor huisvesting, wilde hierop graag reageren: "Na de buitengewone Raad van Bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, ben ik blij te constateren dat de BGHM mijn vragen heeft opgevolgd. Deze vragen waren strenge maatregelen, namelijk de Procureur des Konings ter kennis brengen van deze feiten en het activeren van artikel 78 van de Huisvestingscode."

Back to top