1. De sociale dienst van de OVM’s
Als huurder van een sociale woning kan u gebruikmaken van drie soorten maatschappelijke begeleiding: individueel, collectief en gemeenschappelijk. Individueel maatschappelijk werk richt zich op de verzoeken van huurders met betrekking tot hun woning en hun persoonlijke situatie, met psychosociale begeleiding en mogelijke doorverwijzingen naar gespecialiseerde diensten.
Collectief maatschappelijk werk is erop gericht de energie van de bewoners te bundelen om gemeenschappelijke problemen aan te pakken, door middel van informatievergaderingen en collectieve initiatieven. Het algemene doel is het recht op huisvesting te behouden en de samenwerking tussen huurders en maatschappelijk werkers te bevorderen. Het gemeenschappelijk maatschappelijk werk wordt vooral uitgebouwd aan de hand van de actie van de Projecten voor Sociale Cohesie.
De sociale dienst, tussen een sterke identiteit & onderlinge relaties met andere beroepen
De OVM's zetten sociale diensten op, die welbepaalde specifieke beroepen zijn en soms een breed scala aan activiteiten omvatten. Het maatschappelijk werk verschilt dus van OVM tot OVM: sommige hebben teams voor individuele, collectieve en/of gemeenschappelijke maatschappelijke begeleiding, teams voor maatschappelijke begeleiding op werven, buurtbegeleiding... sommige hebben ook een gemeenschappelijke directie voor huisvestings- en sociale diensten...
Het maatschappelijk werk kan per wijk worden uitgevoerd, bijvoorbeeld via sociale antennes, afhankelijk van de territoriale realiteit van elke OVM.
Er zij ook op gewezen dat het maatschappelijk werk, hoewel het in de loop der tijd een sterke en steeds professionelere identiteit heeft gekregen, voortdurend in interactie is met de andere beroepen van de OVM. Eén van de sectorale doelstellingen van het maatschappelijk werk is namelijk om de bewoner centraal te stellen in alle beroepen van de OVM’s, omdat de sector de permanente onderlinge relatie tussen de bewoner, zijn wijk en zijn woning heeft erkend. Om deze doelstelling te verwezenlijken, mag de sociale dienst niet losstaan van de andere beroepen binnen de OVM’s, maar moet hij juist nauw met hen samenwerken.
Ten slotte moet worden opgemerkt dat de maatschappelijk werkers van de OVM’s ofwel met eigen middelen zijn aangeworven, ofwel door de DMBSH zijn gedetacheerd.
2. De Projecten voor Sociale Cohesie
Een Project voor Sociale Cohesie (PSC) is een partnerschap tussen de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM), één of verschillende Openbare Vastgoedmaatschappijen (OVM’s), een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en soms een gemeente. Het project is erop gericht om de verbondenheid en sociale cohesie binnen een welbepaalde perimeter rond de sociale woonwijken te bevorderen, en tegelijkertijd toegankelijk te zijn voor de bewoners van de wijk.
Het PSC steunt op de methodologische principes van het gemeenschappelijk maatschappelijk werk. Momenteel zijn er 32 PSC’s verdeeld over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De beoogde doelstellingen omvatten het ontwikkelen en versterken van sociale banden, het verbeteren van de communicatie tussen bewoners, OVM's, de gemeente en andere externe instanties, het bevorderen van de participatie van bewoners en een harmonieus samenleven, en het aanwenden van middelen om bewoners te informeren over hun rechten, plichten en de middelen om deze te doen naleven.
De raamovereenkomst (PDF) beschrijft ook de rol van de ondertekenaars, de wijze van uitvoering en het kader van het “PSC-systeem”.
3. De Adviesraden van de Huurders
Een Adviesraad van de Huurders (ARHUU) – een orgaan dat bestaat uit leden die door de huurders van de OVM’s worden gekozen en dat tot doel heeft de dialoog tussen de huurders en de OVM te vergemakkelijken – is aanwezig in 8 van de 16 OVM's.