Een klacht indienen

Bij een geschil met een openbare vastgoedmaatschappij (OVM) kan u gebruik maken van de klachten- en beroepsprocedure vastgelegd in artikel 76 van de Brusselse Huisvestingscode

De procedure bestaat uit 2 fasen:

1. Klacht
2. Beroep

Belangrijkste afbeelding
Illustration pour la page "Déposer une plainte"

Klacht

Elke betrokkene kan een schriftelijke klacht indienen bij een OVM in verband met de opdrachten van deze OVM.

De klacht is enkel geldig en wordt enkel behandeld als deze aangetekend werd verstuurd naar of ingediend werd op de zetel van de OVM, tegen ontvangstbewijs.

Opgelet! In sommige gevallen moet men een specifieke termijn respecteren voor de indiening van een klacht:

  • Betreft de klacht de beslissing van schrapping van een kandidatuur na 1 januari 2015? Dan heeft u als kandidaat vanaf het aangetekend schrijven van de OVM in verband met deze schrapping, 6 maanden de tijd om een klacht in te dienen bij de maatschappij die u heeft geschrapt.
  • Betreft de klacht een niet-inschrijving? In dat geval heeft u 6 maanden de tijd om een klacht in te dienen bij uw referentiemaatschappij. Deze 6 maanden gaan in vanaf het moment waarop de termijn voor inschrijving door de OVM wordt overschreden.
  • Betreft de klacht een inschrijving waarbij niet alle werkelijk geldende voorkeurrechten in aanmerking genomen werden? Dan heeft u als kandidaat vanaf de kennisgeving van de beslissing 6 maanden de tijd om een klacht in te dienen bij uw referentiemaatschappij.

Wat gebeurt er nadat u klacht hebt ingediend?

Als u uw klacht hebt ingediend bij de betrokken OVM, zal die doorgegeven worden aan de sociaal afgevaardigde. Die luistert zowel naar de klager als naar de openbare vastgoedmaatschappij en formuleert een advies aan de OVM. U zult uitgenodigd worden om de sociaal afgevaardigde te ontmoeten en hem uw kijk op de zaak uit te leggen. U mag uiteraard vergezeld zijn door een mandataris van uw keuze. De OVM moet hier dan wel vooraf van op de hoogte zijn.

Na ontvangst van de klacht heeft de OVM 30 dagen om de klagende partij te laten weten of de klacht ontvankelijk is. Gaat het om een geschil dat te maken heeft met het einde van een huurovereenkomst, dan moet dit binnen de 15 dagen gebeuren. Antwoordt de OVM niet binnen deze termijn, dan wordt de klacht hoe dan ook als ontvankelijk beschouwd.

Vervolgens heeft de Raad van bestuur van de OVM  90 dagen de tijd om een beslissing te nemen over de grond van de klacht. Die termijn van 90 dagen wordt gerekend vanaf de ontvangst van de klacht.

Indien de raad van Bestuur van de OVM geen beslissing neemt binnen de termijn van 90 dagen, wordt de klacht als gegrond beschouwd.

Op het einde van die termijn deelt de raad van bestuur zijn beslissing mee aan de klager.

enlightenedGoed om te weten: gaat men over tot een vrijwillige bemiddeling terwijl er een klacht werd ingediend, dan wordt de termijn van 90 dagen toegekend aan de OVM opgeschort tot het einde van de procedure van vrijwillige bemiddeling. De opschorting mag echter niet langer dan 6 maanden duren.

Als het geschil gaat over het einde van een huurovereenkomst van bepaalde duur, dan heeft de OVM  maar 45 dagen de tijd om een beslissing te nemen over de grond van de kracht.

Beroep

In enkele gevallen kan de partij die klacht indiende beroep aantekenen bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij tegen een beslissing van een OVM:

  • wanneer de OVM zijn klacht onontvankelijk verklaart
  • wanneer de OVM zijn klacht ongegrond verklaart
  • wanneer hij meent geen voldoening gekregen te hebben (gedeeltelijk aanvaarden van de klacht)

U kan het beroep

  • per aangetekende brief toesturen aan de BGHM :

mailBrusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij
t.a.v. de Directeur-generaal
Jourdanstraat 45-55
1060 Brussel

  • tegen ontvangstbewijs indienen in de kantoren van de BGHM.

Zodra uw OVM u op de hoogte brengt van haar beslissing heeft u 30 dagen de tijd om beroep aan te tekenen. Als het geschil het einde van een huurovereenkomst van bepaalde duur betreft, dan wordt de termijn om beroep aan te tekenen bij de BGHM beperkt tot 15 dagen.

Vervolgens heeft de BGHM maximum 60 dagen de tijd om een beslissing te nemen over uw dossier. De BGHM licht de eiser binnen de 60 dagen na ontvangst van het beroep in over haar beslissing. Bij stilzwijgen na het verstrijken van die termijn, wordt het beroep als gegrond beschouwd.

Als uw beroep betrekking heeft op het einde van een huurovereenkomst van bepaalde duur, dan heeft de BGHM maar 30 dagen de tijd om een beslissing te nemen.

Goed om te weten: wilt u in het kader van uw geschil met een OVM geen beroep doen op deze administratieve procedure? Dan kan u zich steeds tot de vrederechter wenden.
Opgelet: noch de OVM’s noch de BGHM zijn bevoegd om te bemiddelen bij burenruzies. Enkel de vrederechter is hiervoor bevoegd.

Back to top