Sociaal

Het sociale actiebeleid van de BGHM en de OVM’s streeft er naar de levenskwaliteit van sociale huurders in hun woning en in hun omgeving te verbeteren.

De BGHM moedigt elke vorm van participatie aan bij de sociale huurders en bij alle andere betrokkenen.

Zij is ervan overtuigd dat participatie helpt om haar globale doelstellingen te bereiken voor integratie in de verschillende buurten en ondervindt er dagelijks de voordelen van op vlak van menselijke uitwisseling.

Concreet wil het sociale actiebeleid van de BGHM: 

  1. Een kennis- en uitwisselingsplatform ter beschikking stellen van de sector
  2. Het individueel maatschappelijk werk voor de huurders steunen
  3. Het collectief maatschappelijk werk voor de huurders steunen
  4. De informatie en participatie van de huurders bevorderen, met name door een proactieve samenwerking met de Adviesraden van de huurders
  5. Sociale acties aanmoedigen en ondersteunen die de sociale cohesie bevorderen
  6. De woonmobiliteit aanmoedigen
  7. Pilootprojecten opzetten die samenwerkingsverbanden en partnerschappen aanmoedigen om sociale huisvesting beter te integreren in de wijk

Drie grote actiepijlers

Het sociale actiebeleid in de sector van de sociale huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent drie grote actiepijlers:

  1. Individueel maatschappelijk werk
  2. Collectief maatschappelijk werk
  3. Gemeenschappelijk maatschappelijk werk

Zowel de individuele gesprekken als de collectieve acties vinden plaats in de gebouwen van de OVM. Ze gebeuren door maatschappelijk assistenten van de OVM’s en gedetacheerde maatschappelijk werkers van de Dienst voor Maatschappelijke Begeleiding van Sociale Huurders (DMBSH).

Individueel maatschappelijk werk

De sociale dienst bestaat uit maatschappelijk werkers die door de OVM werden aangeworven en/of door de DMBSH gedetacheerd. Zij behandelt de aanvragen van de huurders die verband houden met de sociale huisvesting en, meer algemeen, met hun persoonlijke of gezinssituatie. De dienst staat op basis van de analyse van de situatie in voor psychosociale begeleiding en heroriëntering. Soms is er ook een doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten. 

Het doel is om het recht op wonen (met naleving van de rechten en plichten verbonden aan de huurovereenkomst) te behouden. Het individueel maatschappelijk werk vereist ook dat er wordt samengewerkt met de interne en externe diensten en met het netwerk van plaatselijke, gewestelijke en federale partners. De sociale dienst ontvangt individuele aanvragen van huurders, en van kandidaat-huurders naargelang van de OVM’s, en behandelt ze individueel of soms collectief. 

Een analyse van de situatie zal bepalen welk type psychosociale begeleiding noodzakelijk is. Die begeleiding is gebaseerd op de specifieke deontologie van het individueel maatschappelijk werk en wordt geboden via permanenties, gesprekken op het kantoor of thuis, telefoongesprekken en briefwisseling.

Collectief maatschappelijk werk 

Vanuit de vastgestelde problemen en de praktijken in het veld stellen de maatschappelijk werkers aan de bewoners een aanpak voor die ieders energie bundelt en samenbrengt. Collectieve acties nemen bijvoorbeeld de vorm aan van informatie- of overlegvergaderingen voor de inrichting van een collectief te beheren ruimte of van activiteiten die een beroep doen op de creativiteit en het initiatief van vrijwilligers.

Het collectief maatschappelijk werk gaat hoofdzakelijk om de ondersteuning van de huurdersinitiatieven, het beheer van de leefomgevingen en de ontwikkeling van diensten voor de huurders.

Het is de bedoeling dat de samenwerking tussen de collectief maatschappelijk werker en de groep een synergie tot stand brengt om acties mogelijk te maken die moeilijk of zelfs onmogelijk alleen kunnen worden uitgevoerd.

Gemeenschappelijk maatschappelijk werk

Het gemeenschappelijk maatschappelijk werk wordt vooral uitgebouwd aan de hand van de actie van de Projecten voor Sociale Cohesie in sociale woonwijken. De PSC’s zijn het resultaat van een samenwerkingsverband tussen een OVM, een vzw en soms een gemeente. Zij stimuleren de participatieve dynamiek tussen huurders en met de OVM en met de buurtbewoners die dat wensen.

Deze pijler steunt sterk op de actieve participatie van de bewoners, in de mate van het mogelijke in alle fasen van het proces en rekening houdend met de middelen van iedereen.

    Het moedigt de oprichting van een netwerk aan tussen de bewoners, de verenigingen, de administratie, de vastgoedmaatschappij, de instellingen en de gemeente.

    Back to top